maandag 29 februari 2016

Oude bomen

De tuin wordt veranderd. Daarvoor zal mijn oude vertrouwde boom moeten verkassen. Hij mag niet weg. Daarvoor heeft 'ie een te vertrouwde plek in de tuin. Daarvoor heeft 'ie teveel functies gehad. Als grote ontvanger van nieuwe vogellevens, als schaduwgever in een hete zomer. Als fietsenstandaard zelfs, als de kinderen te lui waren om deze in de garage te zetten. De kinderen hebben er in geklommen, er tegenaan gezeten en versiersels in gehangen. Ik heb vaak onder het bladerdak gezeten om een boek te lezen. Na een drukke zomer vielen zijn bladeren, van vermoeidheid. Toonde zijn kale pracht met een sneeuw-dek. En veerde, keer op keer, terug in de lente. En nu zullen we deze sterke boom gaan verplaatsen. Eerst het juiste moment uitkiezen. Wel wat aangepast aan onze haast. Als dat maar goed gaat. Extra zorg zullen we hem geven. Een beetje aandacht meer voor het bomen-welzijn. Goed letten op zijn vitaliteit en, af en toe, eens kloppen op zijn bast. Dan gaat het vast wel lukken. 
De kleine struiken en de losstaande bakken kan ik schuiven en daar ingraven waar ik ze wil zien staan. Die zijn wel gewend aan een nieuw plekje, op zijn tijd.
Het komt wel goed met deze tuin.
Maar wat als je zo'n oude boom bent, in een organisatie?
Dit gaat prima, zolang er niets verandert. Je voert uit, geeft wat extra's en iedereen kan op je rekenen. Je bent zo vertrouwd met de functie, dat een beetje meer niet erg is. Even inspringen? Altijd leuk. Even wat aandacht aan de collega of cliënt? Als vanzelfsprekend. Je bent erg gehecht aan deze plek. Je weet wat er van je wordt verwacht en men weet wat ze van jou kunnen verwachten. Maar kom niet aan met een nieuwe naam voor de functie. Begin niet over een andere locatie. En heb het vooral niet over verrijking van de werkzaamheden...
Dat kun je toch niet meer aan? Hoe moet je dat allemaal nog leren? Waarom is het niet goed, wat je nu doet? Zijn ze nou helemaal raar! 
Je wint informatie in en zoekt medestanders. Vraagt her en der om raad. Je wilt niet en toch moet je. Je staat met de rug tegen de muur. Je bedenkt wat er allemaal fout kan gaan en hoe erg je de verandering zult vinden. Je hebt geen positief gevoel over wat er gaat komen. Ziet geen enkele leuke stap in de goede richting. Jouw wortels worden doorgehakt. Dat kan nooit goed komen.
Wat extra aandacht doet je goed. Vragen hoe jij mee kan denken over de verandering geeft je vertrouwen. Meebeslissen over de nieuwe regels en taken maakt je verbonden. Al wat aarde loswoelen rond jouw wortels geeft je wat lucht. Een dagje op de nieuwe locatie kennismaken geeft je plezier. En vooruit; je neemt jouw versleten stoel mee en dat -eigenlijk- lelijke schilderij. Je stapt binnen met een glimlach en wat oude aarde onder jouw schoenen. De wortels die geen dienst meer deden laat je achter. Daar waar nog energie in zat, neem je mee. Het blijft moeilijk om te verkassen, maar de extra aandacht en begrip doen je goed. Het hechten wordt wat minder, waardoor je je flexibeler op kan stellen. De organisatie zorgt zo goed als mogelijk voor je. Jij kunt je voor de organisatie blijven inzetten. Verandering vraagt om geven en nemen. Om zorgen voor elkaar. Verandering is opnieuw tot bloei komen. 

donderdag 18 februari 2016

Wat als...?

Overname, reorganisatie, fusie, dreigend faillissement. De kranten staan er vol mee. Maar wat als de naam van jouw organisatie hier tussen staat?
Vertwijfeling, angst, onrust, onzekerheid, zelf-onderschatting... en nog veel meer schiet er door je heen. Bijna alle emoties jagen door jouw lijf. Bijna alle, want blijdschap zit hier niet bij.
Waar kun je terecht? Al jouw collega's zitten in hetzelfde schuitje. Wie, in de organisatie kan er naar je luisteren? Het liefst iemand die dit alles niet raakt. Waarschijnlijk zit deze op top-niveau en die wil je nu niet onder ogen komen.
Wie, in de organisatie heeft er zorg voor deze werknemers? En dan geen sociaal plan of 'begeleiding naar ander werk'. Dat is wel te lezen op het interne net. Dat is bedoeld om je weg te krijgen. Dat wil je nu niet horen.
Heeft de organisatie oog voor deze werknemers? De onzekerheid brengt spanning met zich mee. De spanning zorgt voor minder productiviteit. Hoeveel tijd gaat er verloren aan steun zoeken bij elkaar, keer op keer. Steun. Wordt dat geboden door de organisatie? En wie zou dat moeten doen? Iemand die ook op straat komt te staan? Iemand die ook mee zou willen huilen? Iemand die ook diezelfde steun nodig heeft? Een lastig onderwerp voor een organisatie in onzekerheid. Voor die last kan de organisatie een Externe Vertrouwenspersoon inschakelen. Een onafhankelijk luisterend oor. Een neutrale partij. Die een enkel belang heeft; het welzijn van de werknemer. 
Die werknemer wil zich echt wel blijven inzetten voor de organisatie. Die werknemer weet alleen niet hoe. Het eigen belang weegt zwaar. De balans is zoek. 
Tot aan de daadwerkelijke fusie of andere grote ingreep, wil elke organisatie goed blijven opereren. Hierbij zijn de werknemers van het grootste belang. Zorg en aandacht is hiervoor het belangrijkste instrument. Externe hulp is de beste aanvulling.
Mijn ervaring is dat ik, als Externe Vertrouwenspersoon, rust breng in de onrust. Hiermee wordt de negatieve lading omgezet naar realisme, waardoor de werknemer de situatie kan overzien. Er zijn minder ziekmeldingen, constante productiviteit en opluchting. Opluchting omdat men gehoord wordt. Omdat men mag voelen en denken wat men voelt en denkt. Begeleiding bij dit proces levert veel op voor een organisatie en nog meer voor de mens, in die organisatie.
Wat zou het fijn zijn voor de werknemers van Vodafone, Ziggo, Maxwell, Nuon, Makro,
TSN- thuiszorg en al die andere organisaties als ze bij iemand zoals ik, terecht zouden kunnen. Voor de werknemers van V&D is dit helaas een gepasseerd station, maar voor de leveranciers van dit concern is er nog een mogelijkheid.
Werknemers zijn het levende kapitaal van de organisatie. Zij leveren het rendement op. Uw geld geeft u ook in beheer van een externe partij, de bank.
Geef uw levend kapitaal in handen van een externe partij, die de zorg hiervoor uit handen neemt. Gun uzelf rust in een hectische tijd en gun uw werknemer de rust om zich voor u in te kunnen blijven zetten.
Ik wens iedereen, in deze situatie, veel sterkte en wijsheid toe.

dinsdag 9 februari 2016

Het is wat je er zelf van maakt

Het is carnaval. Dochterlief schmink ik tot Ninja Turtle. Het is de 3e dag op rij dat ze uit gaat. Ze gaat samen met een andere Turtle en de dames hebben er zin in. Het stormt en het regent, maar niets houdt het plezier tegen.
Het is 3.00 uur. Ze zal zo wel thuis komen en ik draai me nog eens om. Het is 4.00 uur en ze is niet thuis. De kroegen zijn al gesloten en het stormt enorm.
Ik draai me niet meer om. Het wordt later, of vroeger; het is maar hoe je het bekijkt. Ik kijk op het scherm van mijn telefoon. Geen bericht...
Dan maar een app-je of alles oké is. Ik weet het, ze heeft er een hekel aan als ik haar berichten stuur als ze uit gaat, maar ik kan mij niet bedwingen. Ik bedenk hoeveel alcohol je in kan nemen in, pak weg, 5 uurtjes en hoeveel vreemde snuiters er rondlopen.
Nog geen blauwe vinkjes...
De storm woedt niet alleen buiten, de ongerustheid raast door m'n hele lijf. Ik bedenk dat er heel wat kan gebeuren op het stukje vanaf het huis van haar vriendin, tot thuis. Ik vraag me af welke straat ze door zal gaan. Waar ik straks moet gaan zoeken. Een beetje wankel door de drank, fietst ze vast niet stevig door de storm. Ze zal toch niet ergens liggen? In de regen, op straat?
Het wordt nog erger voor haar; ik bel...
Na zes keer de voicemail te horen staak ik dit. En controleer de vinkjes.
Ik zit rechtop, Nu.nl heeft niets nieuws meer te melden en FaceBook ligt op één oor.
Dan hoor ik iets. Bonken op de poort. O nee; is dat kind weer haar sleutels kwijt en waarschijnlijk ook haar telefoon. Of het lukt niet om het sleutelgat te vinden. Een hoop gerammel aan de deur. Ik spring mijn bed uit, doe mijn badjas aan en storm de trap af. Het is toch wat met dat kind; én maar uitgaan én maar drinken én maar geen rekening houden met mij. Ik pak de sleutels, open de deur en stamp de hoek om.
En daar kijk ik in het vrolijke gezicht, met een mooie lach, van een jongen met een rare muts op zijn hoofd. Hij heeft mijn, overigens vrij nuchtere, dochter thuisgebracht. Ik steek mijn hand op en zorg dat ik vlug weer boven kom. Mezelf streng toesprekend val ik in slaap.

Regelmatig spreek ik een melder die last heeft van de eigen ideeën. Net als mijn zelf gecreëerde denkbeelden zitten deze vast en zijn niet meer te bewegen tot andere gedachten. Het werk wordt er niet leuker op en is bijna niet meer op te brengen. Niets gaat goed en de zenuwen vieren hoogtij. De laatste strohalm wordt aangepakt; het inschakelen van de Vertrouwenspersoon. In het gesprek zie ik uiteindelijk een glimlach verschijnen, bij het bewust worden van het spook. Op dat moment ziet de melder een eigen jongen met een rare muts. Vanaf dat moment zal de rust terug gaan keren en kan een situatie gaan veranderen. Mijn melder wordt milder en kan, stap voor stap, aan de slag gaan met de onstane situatie, de betrokken mensen en de zelf gecreëerde denkbeelden.

Dankjewel jongen met je mooie lach en rare muts, voor het laten zien van mijn innerlijke spook.